1: vertraging.

dat het winnen van aardgassen uit de grond lichte aardbevingen tot gevolg kan hebben is op zich wel logisch. Maar dat de bevingen zo groot zouden zijn komt als een verassing. Toen er nog niet zo lang aan gaswinning werd gedaan (de eerste paar jaar) vonden er zelfs amper aardbevingen plaats. Dat zou kunnen betekenen dat er een ‘vertraging’ zit tussen het winnen van gas en de aardbevingen. De oorzaak van deze ‘vertraging’is tot noch toe onbekend. Wetenschappers denken dat er een soort stroming plaats vindt. Bijvoorbeeld het vervormen van lagen gesteente. Dit zou ook de oorzaak kunnen zijn van de ‘vertraging’. Govers verteld: Zout is een heel slap gesteente en zit boven op de zandsteenlaag. Je hoeft er maar even tegen aan te drukken, en dan begint het al te ‘stromen’ en eigenlijk te vervormen.” Dat zou betekenen dat niet alleen het zandsteen naar beneden zakt maar de (zout)laag erop ook. Het verzakken van deze lagen gaat heel geleidelijk en langzaam. Toch zou dit een oorzaak kunnen zijn van de aardbevingen alleen duurt het wat langer.

2: de bodem.

Iets anders wat invloed zou kunnen hebben op de beving en de manier waarop hij zich uit, zou de bodem kunnen zijn. Het aardgas dat we in Groningen winnen zit (relatief) ondiep waardoor de bevingen ook ondiep zitten. De bodem is heel belangrijk voor hoe intens een aardbeving kan zijn. Groningen heeft een hele slappe bodem. Dit zou er voor kunnen zorgen dat de bodem helemaal meegolft na een aardbeving.

3: zandsteenlaag.

Er is nog een factor die het steeds heftiger worden van de bevingen kan verklaren. Het gas zit opgeslagen in de ‘zandsteenlaag’ als deze leeg wordt gezogen ontstaat er een druk die niet weg kan. Door de toenemende druk zou een verklaring kunnen zijn voor het steeds heftiger worden van de aardbevingen. “Het leegzuigen komt neer op een kracht van het blok gesteente op het volgende blok. Naarmate je langer zuigt, wordt de laag dunner en wil die in principe zo snel mogelijk naar beneden schuiven – aardbeving.”

 Van links naar rechts is van zuid (limburg) naar noord (Groningen).

4: breuken.

Iets anders dat wellicht de oorzaak zou kunnen zijn heeft te maken met breuken. Het is vrij duidelijk dat het winnen van gas de voornaamste oorzaak van de bevingen is, zouden de breuken ook wel een rol kunnen spelen. Uit geschriften van monniken kunnen we lezen dat er in 1225 en 1262 ook vrij heftige bevingen geweest zouden zijn. Er werd bijvoorbeeld beschreven wat er met het klooster Bloemhof. Tijdens de beving in 1262 stortte de klokkentoren in en viel het altaar van abdij om. Een aantal dijken braken en er is zelfs een sluis verwoest. De huizen en andere gebouwen werden in die tijd natuurlijk heel anders gebouwd dan nu maar toch kunnen we uit de documenten aannemen dat de beving in 1262 vrij zwaar was.